'Deze
trip komt eigenlijk veertig jaar te laat'
de Volkskrant, Binnenland, 12 januari 2006
(pagina 03)
Reportage
Van onze verslaggeefster Aimée Kiene
Bewonderend en hoopvol kijken ruim vijftig
Amerikanen naar de stormvloedkering in de Oosterschelde.
Er staat een harde wind, maar niet hard genoeg om
de deuren te sluiten.
'We hadden hier in 1965 almoeten staan'
Het is Nederland op z'n somberst, bij de Maeslantkering
in het uiterste puntje van Zuid-Holland. De
lucht is grijs, het water van de Nieuwe
Waterweg is loodgrijs. Het regent
en het waait stevig; zuidwestenwind.
De Amerikaanse delegatie die uit Louisiana
naar Nederland is gekomen om de Deltawerken
te bekijken, lijkt het weinig te deren. Vol
bewondering staren ze naar de enorme witte
deuren van de Maeslantkering, die bij zwaar
weer dicht kunnen om de stad Rotterdam te beschermen
tegen het water.
Oliver Thomas, een hoge ambtenaar uit New Orleans,
staat met zijn kraag omhoog en een witte muts
over zijn oren te genieten van het schouwspel.
Hij kan het ruwe weer en de harde wind erg
waarderen. 'Misschien gaan we vandaag wel meemaken
hoe die prachtige stormvloedkering van jullie
werkt.'
Thomas woont al zijn hele leven in New Orleans,
de stad die afgelopen zomer grotendeels werd
verwoest door orkaan Katrina. De vraag die
hij - en met hem ongeveer vijftig vertegenwoordigers
uitLouisiana - deze week aan Nederland wil
stellen is: hoe kan Louisiana zich beter beschermen
tegen het water?
De trip komt eigenlijk veertig jaar te laat,
merkt Thomas op. Toen hij acht jaar oud was,
maakte hij de orkaan Betsy mee. Op de dak van
zijn huis wachtte hij en zijn familie dagenlang
op hulp en voedsel. De Amerikaanse regering
heeft sindsdien weinig geleerd, vindt hij.
'We hadden hier in 1965 al moeten staan met
onze vragen. Dan was die laatste ramp ons misschien
bespaard gebleven.'
Kroonprins Willem-Alexander is vandaag de hoofdgast
van het gezelschap. Gouverneur David Vitter
van Louisiana beschouwt de aanwezigheid van
de prins als een 'warm gebaar van vriendschap'.
Maar terwijl de prins en andere prominenten
zich bij de maquette van de Maeslantkering
uitgebreid laten fotograferen door de pers,
vergapen twee Amerikaanse ingenieurs zich door
het raam nog eens aan het echte bouwwerk.
'Zoiets zou heel goed kunnen werken in de monding
van Mississippi', zegt Ira Levy.
'Maar dan groter', antwoordt Oneil Malbrough.
'Het waait harder bij ons en het water komt
hoger. In Nederland stormt het misschien vaker,
maar bij ons is het meteen een hurricane.'
De delegatie verplaatst zich per bus naar de
stormvloedkering in de Oosterschelde. Het gezelschap
wandelt onder aanvoering van de kroonprins
door een van de pijlers, langs een kleine tentoonstelling
over de ontstaansgeschiedenis van de dam.
Op een van de wanden ontdekt Willem-Alexander
een foto van zichzelf uit 1982. De kroonprins
was toen vijftien jaar en schrijft met rode
verf 'Alex' op een pijlers van de stormvloedkering.
'Goed werk, prins!' roept iemand.
Bij een foto van het Zeeuwse platteland vlak
na de watersnoodramp in 1953 barst senator
Mary Landrieu nogmaals in lachen uit.
'Dat is precies hoe het zuiden van Louisiana
er nu uitziet', zegt ze. Op de foto is een
smal weggetje zichtbaar met daaromheen een
enorme watervlakte. 'En dat is dan Highway
one.'
Advocaat Walter Leger houdt zich bezig met
de opbouw van New
Orleans. Hij is zeer onder de
indruk van de manier waarop Nederlanders leven
met water. 'De politiek heeft hier toegezegd
het water onder controle te houden. Dat missen
wij in Amerika. Zonder de steun van de politiek
komen we nergens.'
Oliver Thomas staart over het water van de
Oosterschelde. 'Dat moeten wij van jullie leren.
Hoe houden we het water buiten als er gevaar
dreigt? De Amerikaanse overheid beschermt ons
tegen terrorisme, maar zou ons ook moeten beschermen
tegen wind, regen en storm.'
Is daar geld voor in de Verenigde
Staten? Thomas trekt zijn wenkbrauwen
op. 'We zijn het rijkste land ter wereld. Daar
moet geld voor zijn.'
Copyright: de Volkskrant
|