Laat de Ooijpolder niet verzuipen |
print
deze pagina |
de Volkskrant Wetenschap, 27 december 2003 |
door Marieke Aarden |
Schadelijk en overbodig, zeggen critici over de plannen van het kabinet
om van de Ooijpolder een overstromingsgebied te maken. En ondoordacht.
'Je moet juist zorgen dat het rivierwater snel kan wegstromen naar zee.'
De Ooijpolder, achter Nijmegen bij de Duitse grens, oogt niet als een
doorsnee platte polder in het westen. Hier worden lage delen afgewisseld
met heuvelland waardoor een gevarieerd landschap ontstaat langs de druk
bevaren Waal. De bomen, ofwel ooibossen, staan een deel van het jaar
met hun stammen in het water, er komen veel ganzen overwinteren en in
Persingen staat het kleinste kerkje van Nederland.
De Ooijpolder is met zijn 3300 hectare ook een magnifiek gebied waar
veel water in kan. Met name als er een grote hoeveelheid rivierwater
in een golf door de Rijn spoelt, kan hier 115 tot 130 miljoen kuub worden
opgeslagen om te voorkomen dat die elders overstromingen veroorzaken.
Vorige week vrijdag heeft het kabinet besloten onder meer de Ooijpolder
te reserveren als noodoverloopgebied. Nadere studie moet uitwijzen of
het ook daadwerkelijk zo ver komt. Daarom is besloten het gebied voorlopig
tien jaar te reserveren voor deze functie zodat het niet kan worden volgebouwd.
Want hoe meer bouwwerken in de Ooijpolder, des te meer waterschade als
de polder blank komt te staan. En hoe meer mensen moeten evacueren.
De Ooijpolder stond al in 1999 op de kaart van de Commissie Noodoverloopgebieden – de
commissie-Luteijn – die in opdracht van het kabinet moest aangeven
welke plaatsen zich goed lenen voor waterberging. De Ooijpolder kan samen
met Rijnstrangen en de Beersche Overlaat zo'n 350 miljoen kuub water
vasthouden, zodat de Rijn en de Maas hun overtollige water een tijdje
kunnen opslaan.
Maar in de Ooijpolder zelf zijn ze minder te spreken over het voornemen
van staatssecretaris Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat. 'Ik
zie het als een oorlogsverklaring aan het gebied', zegt Harry Sanders,
voorzitter van het Hoogwaterplatform, een organisatie van burgers uit
de regio.
'Het is een sluw besluit. Het kabinet doet alsof nog alle opties open
zijn, maar intussen wordt op volle kracht afgestormd op de inrichting
als noodoverloop. Een alternatief als dijkverhoging wordt als kostbaar
of te ingrijpend afgeserveerd.'
Waterstaatdeskundige prof. ir. Wybrand van Ellen vindt waterberging in
noodoverloopgebieden ondoordacht. 'In een delta als Nederland met veel
rivieren moet je zorgen dat het rivierwater snel kan wegstromen naar
zee. Je moet het zeker niet vasthouden in stilstaande waterbekkens zoals
noodoverloopgebieden. Er zijn acht tot negen meter hoge dijken nodig
bij het Duits-Nederlands gemaal in de Ooijpolder om het water daar bij
noodoverloop te kunnen vasthouden.'
Vanuit Sanders' woning in Kekerdom reikt het oog tot ver in Duitsland.
'Dit vergezicht zijn we dan kwijt. Wij gaan aankijken tegen een soort
Berlijnse muur van zes meter hoog. Dat is een onaanvaardbare aantasting
van het ruime, open karakter van de Ooijpolder.'
De Gelderse gedeputeerde voor water ing. Harry Keereweer stelt dat noodoverloopgebieden
slechts schijnveiligheid bieden. 'Dit is typisch tekentafelwerk. Met
een noodoverloopgebied kun je niet oefenen. Het moment van volstromen
is cruciaal. Ben je te vroeg, dan gaat het mis, omdat je de hoogwatergolf
niet te pakken hebt. Dan is het gebied al volgestroomd voordat de echte
golf langskomt. Ben je te laat, dan is de hoogwatergolf al voorbij. De
kans dat het misgaat, is groter dan dat het goed gaat.'
Keereweer wil alleen met Den Haag praten over alternatieven die de rivier
meer ruimte geven, zoals het graven van nevengeulen naast de rivier zodat
meer water kan meestromen. Uiterwaarden afgraven en dijken verleggen
zijn andere veelbelovende mogelijkheden. 'In totaal hebben we zeshonderd
plannen voor verschillende plaatsen langs de rivieren.'
Veel van de 13.200 inwoners van de Ooijpolder wonen in kernen en zo'n
1440 in het buitengebied. Aanvankelijk was het de bedoeling om niet alleen
rond de Ooijpolder, maar ook rond de woonkernen zelf hoge dijken te bouwen,
zodat de huizen bij noodoverloop geen waterschade oplopen. In de laatste
plannen komt Keereweer echter niet meer tegen dat de dorpen achter een
dijk worden beveiligd.
De grote haast die staatssecretaris Schultz uitstraalt, lijkt slecht
te passen bij het ontbreken van een noodzaak om snel over noodwaterberging
te beschikken. Op het ogenblik kan zestienduizend kuub water per seconde
veilig bij Lobith doorstromen. Het noodscenario voorziet in een situatie
die in 2050 actueel kan worden als achttienduizend kuub water per seconde
in de Rijn bij Lobith binnenstroomt. Grotere regenval op termijn dwingt
de rivieren in de toekomst veel meer water te verwerken.
Maar voorlopig is er dus geen sprake van achttienduizend kuub water.
Bovendien: omdat de voorzieningen in Duitsland nu op vijftienduizend
kuub zijn berekend, zal een watergolf van grote omvang al in dát
land tot overstromingen leiden en Nederland niet eens bereiken, redeneert
Keereweer.
Van Ellen is het eens met de provincie Gelderland. 'Het is beter om water
te bergen in uiterwaarden en tussen de bandijken. Ook dijkverhoging is
een oplossing. De komende twintig jaar kan er best nog wat bovenop.'
Op het ministerie van Verkeer en Waterstaat staat dijkverhoging in het
rivierengebied echter niet meer nummer één als middel om
droge voeten te houden. Rivieren komen steeds hoger te liggen ten opzichte
van de bodem eromheen, die daalt. Stroomt de rivier over, dan stort het
water in een soort badkuip met alle ernstige gevolgen van dien.
Van Ellen vindt Rijkswaterstaat – het onderdeel van het ministerie
waar de plannen tegen hoogwater worden voorbereid – eigengereid.
'Het is absoluut waar dat Rijkswaterstaat graag zijn eigen gang gaat
zonder enige consideratie met andere meningen. Rijkswaterstaat met alles
eromheen, zoals aannemers en adviseurs, vormen een geweldige lobby waarin
de staatssecretaris zich laat meevoeren.
'Schultz heeft van huis uit geen kennis van water', zegt Van Ellen. 'Ze
moet het hebben van haar adviseurs. Ze lijkt een jonge ambitieuze politica.
Iemand die haar naam wil neerzetten. Dan moet je flink zijn en een figuur
neerzetten. Dat is mijn boze vermoeden over haar ondoordachte dadendrang',
aldus de waterstaatsexpert.
Het Hoogwaterplatform zal zich niet neerleggen bij eventuele aanwijzing
van de Ooijpolder. Voorzitter Harry Sanders: 'Ik zal alle inwoners dan
oproepen om een schadeclaim in te dienen. In Den Haag moeten ze niet
denken dat ze de Ooijpolder kunnen verzuipen.'
© Volkskrant |